Strijdkreet

30 maart 2011
Kopstootjes
Wat al een heel seizoen op de loer ligt is dan toch gebeurd. Je bent er op voorbereid en toch doet het zeer als doorgewinterd supporter van de HSV Hoek dat degradatie een feit gaat worden. Twintig jaar duurde het sprookje van een drieduizend tellend dorpje ergens ver weg in Zeeland.
Het is teleurstellend dat we het hoogste amateurniveau moeten verlaten. Verlaten doen ook gefrustreerde spelers van Hoek. Het werkwoord “verlaten” lijkt meer op “vluchten” als ik afgelopen zaterdag om 16.40 uur op de Lovenpolderseweg bijna van de sokken word gereden door een vluchtende speler richting tunnel. Om 16.42 uur zie ik een speler samen met zijn meisje richting sluizen fietsen. Beiden weggevlucht van alle bijtende kritieken. Passanten zullen altijd vluchten, maar echte Hoekenezen en beleidsbepalers moeten niet vluchten maar vechten voor behoud wat we in al die jaren hebben opgebouwd. Ik besef ook dat we in organisatorisch opzicht en qua ledenaantal een minuscuul clubje zijn. Een club als Genemuiden maakt je dan toch wel jaloers. Prachtige accommodatie en je blijft naar beneden scrollen om het aantal functies en vrijwilligers in hun organogram te tellen. Maar wij doen het anders en hoe je het ook wendt of keert toch vrij succesvol. Ik denk maar aan Frank Sinatra “I did it my way”. We krijgen even een tikkie op de neus maar zijn nog niet knock-out. We staan laatste in de topklasse dus een uitgelezen voedingsbodem voor alles en iedereen om kritiek te spuien. We papegaaien allemaal René van der Gijp en Johan Derksen na met het geven van ongenuanceerd commentaar zonder enige verantwoording te nemen. Het medialandschap is door booming internet een platform geworden waar iedereen via krantensites, blogs en forums lekker vaak anoniem kan orakelen. Zowel binnen als buiten onze vereniging ben ik weer getuige geweest van talloze oneliners en spookverhalen. Een item wat ineens weer de kop opsteekt is dat er binnen onze vereniging teveel aandacht uitgaat naar het eerste en te weinig naar de jeugd en de lagere elftallen. Heel opvallend dat uitgerekend nu deze geluiden weer boven komen drijven! Volgens mij niets nieuws onder de zon. Het is al 25 jaar zo en al die tijd is er volgens mij niet veel veranderd en acteert de HSV Hoek succesvol op hoog amateurniveau. Een periode van 25 jaar (een derde van een mensenleven!) is lang genoeg om acceptatie te laten landen, dunkt mij. Bij mij is de berusting eind jaren 80 al geland. Als wispelturig talent maakte ik enige jaren deel uit van de eerste selectie. Door mijn flegmatieke gedrag werd ik geregeld teruggezet naar het tweede of zelfs naar het derde. Als doorgewinterd ervaringsdeskundige kan ik stellen dat er inderdaad een groot verschil in aandacht, beleving en entourage was en is. Eén voorbeeldje. Bij het eerste werd je omringd door perfecte ballen waar leven in zat. Deze ballen waren keurig gerangschikt in een speciaal hokje waar alleen terreinmeester Jaap Mieras de sleutel van beheerde. Ooit mocht ik op audiëntie bij Jaap in het heiligdom der ballen komen. De beelden en geuren staan nog altijd in mijn geheugen gegrift. Rekken vol glanzende demo-ballen met zeer weinig kilometers lagen daar uitnodigend te wachten op een perfecte wreeftrap. Helemaal high van het bedwelmende nieuwe leer keerde ik terug naar het rommelige ballenhok voor de jeugd en lagere elftallen. Plotseling werd mijn droom wreed verstoord door stenen ballen, afgebladerde ballen, afgekeurde viertjes, te weinig ballen en lege ballen. In de spectrum bijlage van de PZC van zaterdag 26 februari 2011 staat er een analytisch stuk over Zeeland van hoogleraar Adriaansens van de Roosevelt Academy. Ik moest het een paar keer lezen alvorens de boodschap landde. Hij doet op een enigszins wetenschappelijke manier uit de doeken hoe onze provincie zich verhoudt tot het Randstaddenken. Enerzijds zijn we onderdanig als een volgzaam lam en anderzijds zijn we strijdbaar en hautain als een leeuw. Alleen uit zich dat leeuwenhart niet naar buiten maar naar binnen. Want wat Zeeland naar buiten niet doet, een vuist maken, doet ze intern wel. We gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Deze strijd heeft een naam gekregen; de Zeeuwse ziekte. Zijn betoog kan je volledig projecteren op het voetballandschap binnen Zeeland. ‘ De overkant’ (lees VC Vlissingen) is weer bezig om de resterende kruimels op te slokken. Dit doen ze dan onder de misleidende naam Ondersteuning Topsport Zeeland (OTZ). Zelden een naam gezien die de lading zo fout weergeeft. Het belang van Zeeland is evident niet aan de orde en topsport in Zeeland is een utopie. Ik vertaal hun afkorting maar in Ontzettend Tégen Zeeuws-Vlaanderen! Samenwerkende en bindende steun vanuit zowel het Zeeuwse bedrijfsleven als vanuit de overheid blijkt zeer taai te zijn. Met voldoende steun moet een volwaardige topklasser realiseerbaar zijn,, zowel in accommodatie als in spelerspotentieel. In een helicopter kijk ik uit over de strijdende partijen. Vanuit dit overzichtelijke perspectief constateer ik dat al dat gekrakeel tot niets leidt. Daarom is het lovenswaardig dat het bestuur niet opgeeft en blijft werken aan de beste amateurclub van Zeeland, zoals we al 25 jaar onophoudelijk doen. We staan op een keerpunt in ons bestaan. Of we laten ons gewillig als een mak lam naar de slachtbank leiden of we strijden als een leeuw voor de uitbouw van de HSV Hoek. Een absolute voorwaarde is dat we beschikken over een volwaardige selectie. De samenstelling hiervan blijkt vaak een moeilijke opgave. Op de eerste plaats moet je voldoende sponsoren werven en behouden. Vervolgens heb je te maken met de grillen en eisen van individuele spelers. Eveneens dien je te beschikken over een kundig en dekkend scoutingsapparaat. Tenslotte liggen we geografisch niet optimaal zodat we vaak aangewezen zijn op Belgische spelers. Hierin wringt hem de laatste tijd nu de schoen. Ik heb de stellige indruk dat de kwaliteit in België opdroogt. Wat we halen bij onze zuiderburen blinkt niet meer uit in kwaliteit met een duidelijke meerwaarde. Vroeger (was alles beter) had je pareltjes als Dave Gijsel, Patrick Naudts, Geert de Pooter en David Destorme. Dergelijke pareltjes worden steeds doffer en schaarser. Er bestaan bij mij dan ook vraagtekens bij het niveau in België. Daarom het vizier meer richten op Zeeland. Hierdoor wordt de achterban ook weer wat gekieteld. Kortom, bij de beste club van Zeeland moeten dan ook de beste Zeeuwse spelers voetballen en plezier hebben. Voor ingewijden is het dan niet moeilijk om namen verder in te vullen…….. Loek Zeegers