Preto durft eindelijk eens te dromen
30 juli 2007
In de Pers
Het tweede veld in Hoek is zo goed als verlaten. Alleen in de verte, bij de cornervlag, schuifelt nog één speler over het gras. Op blote voeten gooit Preto de spieren los. "Dan heb ik morgen niet zo veel pijn in mijn benen", vertelt de jonge Portugees. Hij heeft het uitlopen van oudere spelers in zijn vaderland overgenomen, vertelt hij terwijl hij in de schaduw van een boom gaat zitten.
Felgroene ogen kijken je vanuit een donker gezicht indringend aan. Zou hij echt 21 zijn, zoals tijdens zijn entree bij Hoek werd verteld? "Nee, ik ben pas achttien", verklapt Preto. Hij is op 15 april 1989 geboren in Lissabon. Mooie stad, toch? "Voor mensen met geld wel ja. Maar als je in armoede leeft, kijk je er heel anders tegenaan."
Hij kan het weten. De zoon van een Braziliaans-Portugese moeder en een Afrikaanse vader (Guinee-Bissau) heeft in armoede geleefd. In zijn tienerjaren moest hij hard werken om aan geld te komen. "In de bouw, op een boerderij, met toeristen; ik moest alles doen om geld te verdienen. Acht maanden geleden vertrok mijn vriendin naar Antwerpen. Ze zei dat ik ook moest komen. Mijn moeder vond het goed. Doe je best, zei ze tegen me." En zijn vader? Een wegwerpgebaar volgt.
Het verhaal dat hij al vrij snel een contract bij FC Antwerp kon tekenen, verwijst hij naar het rijk der fabelen. "Sommige spelersmakelaars beloven veel, maar maken niets waar. Ik heb die geruchten over FC Antwerp ook gehoord, maar ik kan er niets mee."
Voetballen deed hij wel in de Belgische stad, in één van de grote parken. Allochtone, werkloze voetballers komen daar dagelijks samen om grote partijen te spelen. Preto: "Soms is het wel dertig tegen dertig, iedereen mag komen. Er lopen jongens tussen die echt verschrikkelijk goed kunnen voetballen. Ibrahim Kargbo van Willem II doet ook nog wel eens mee." Via Alhaj Sesay, die zaterdag als testspeler bij Hoek in actie kwam, kwam Preto vorig seizoen al in contact met Wim Hofkens. "Maar het was te laat, de clubs mochten geen spelers meer overschrijven. Ik heb hem gevraagd aan mij te denken en nu heb ik bij Hoek een nieuwe kans gekregen. Ik durf nu eindelijk te dromen, ik zie mogelijkheden. Wat ik hier heb, is erg mooi. De mensen van Hoek kijken of ze ook nog een baan voor me kunnen regelen. Voor mij is dit de start van een nieuw leven." In Portugal heeft hij alleen op een laag niveau gespeeld. Voetballen in Hoek is daarom een behoorlijke omschakeling. "Ik geef honderd procent en op het veld probeert iedereen me te helpen. Het is lastig, omdat ik nu met tactiek en organisatie rekening moet houden. Maar ik doe wat ze me vertellen, ik ben een makkelijke jongen. En als het hier goed gaat, hoop ik ooit een kans te krijgen bij een profclub. Als ik die kans krijg, zal ik hem ook zeker pakken. Al moet ik het gras opvreten."
Ruben Cande Embalo wordt al van kleins af aan Preto genoemd. Eerst door zijn moeder, daarna nam iedereen het over. Wat betekent het eigenlijk? "Zwart", wijst hij op zijn huidskleur. "Maar in de goede betekenis van het woord. Naar mijn echte naam luister ik niet eens meer. Iedereen kent me als Preto. Ik hoop dat dat in Hoek ook zo wordt."

APSM