Mücher speelt met gezonde bluf
30 september 2002
Hoek 1
Johan Mücher heeft iets wat zijn trainer bij niet heeft. “We moeten voetballen zoals we op de ranglijst staan”, zegt hij met een voor zijn doen ongewone bravoure.
Dat druist nogal in tegen de houding die zijn trainer aanneemt in deze prille fase van de competitie. Want hoe sterk Hoek ook is gestart: Angelo Nijskens kruipt, in zijn derde jaar als trainer, soms in de rol van underdog. De vroegere spits waakte ervoor om Hoek voor de start tot de absolute favorieten voor het kampioenschap te rekenen en waarschuwt na vier overwinningen voor overschatting. Johan Mücher valt zijn trainer niet af, maar heeft in zijn tweede jaar bij Hoek iets van Hollandse flair gekregen. “Het gaat er vooral om dat we winnen, maar ook dat we laten zien wie we zijn”. Dat mag, volgens de stijlvolle verdediger, best met gezonde bluf gepaard gaan. Mücher: “Als je sterker bent, mag je dat laten zien.
Standbeen
“Ik speel wel eens, als het niet te riskant is, een bal door de benen van een tegenstander, of achter het standbeen langs. Dat geeft een lekker gevoel. Zoals de Rotterdamse clubs, met zo veel bluf, dat hoeft ook weer niet. Maar Belgen zijn meestal veel te schuchter. Ik zou zeggen: wat daar tussenin zit, dat ligt me wel. Zoals Human bijvoorbeeld.” Zoals de trainer het aanpakt, blijkt het ook te werken. Johan Mücher wil er geen kwaad woord over horen. Hij heeft een groot respect voor Nijskens, die erin slaagt trainingen uiterst aangenaam te maken. Mücher traint en speelt met een bezieling die hij de laatste twee jaar had gemist. Dat komt vast en zeker door de nieuwe weg die hij is ingeslagen. “Ik vind het goed zo, want het ziet er voorlopig niet naar uit dat er zich weer een profclub zal melden. Twee jaar geleden heb ik vaste baan aangenomen op een bank in Antwerpen. Ik woon ook twee jaar samen met mijn vriendin en heb het goed naar mijn zin in Hoek. Het niveau ligt hoger dan ik dacht toen ik hier naar toe kwam. We zijn geen profs, maar we spelen bij een ambitieuze club. Er moet al een heel mooi aanbod komen wil ik hier na dit jaar weggaan.” Ooit was Johan Mücher, die bij Hoek centraal achterin of op de rechtervleugel speelt, voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij groeide op in de Antwerpse binnenstad, speelde eerst bij een kleinere club en kreeg op zijn dertiende een contractje bij FC Antwerp.
Topschutter
Daar speelde hij onder Georg Kessler, Regi van Acker en de Hongaarse trainer Fazekas tot zijn 22e jaar een honderd wedstrijden met het eerste elftal. Het was altijd net wel of net niet. “Ik heb nooit het gevoel gekregen dat ik een vaste plaats had. Daarom heb ik een andere club gezocht. Ik vertrok naar Hamme, dat ook een ambitieuze club was. Dat hebben ze in dat ene jaar dat ik er speelde niet waar kunnen maken.”
“Mijn vader heeft nooit een rol gespeeld in die ontwikkeling”, vertelt hij zonder een spoor van emotie. René Mücher, die prof is geweest bij Beerschot en AA Gent, was in zijn jaren een van de topschutters in het Belgische voetbal. Johan: “Hij is weggegaan bij mijn moeder toen ik drie maanden was. We hebben nog wel wat contact gehad in die begintijd. Hij kwam mij en mijn zus een paar keer per week ophalen, maar dat werd na verloop van tijd steeds minder. Op een zeker moment heb ik gezegd: die ene keer hoeft het voor mij ook niet meer.”
Sms-je
“Ik heb hem wel eens zien spelen toen hij prof was. Hij heeft zelfs nog een aanbod gekregen van Metz, maar is niet gegaan, omdat zijn vriendin niet mee wilde. Naar mij is hij nooit komen kijken. Het enige wat we nog doen is een sms-je met nieuwjaar. Ik heb er geen gevoelens meer bij, want mijn stiefvader heeft zijn plaats ingenomen. Hij komt met mijn moeder elke wedstrijd kijken en is een echte supporter.” Mücher gaat zijn eigen weg in het voetbal. Hij woont op een half uur rijden van het veld in Hoek, vindt het reizen wel aangenaam en stapt na het werk meestal gelijk in de auto om te gaan trainen. “Toen ik bij Hamme nog full-prof was, trainden we nog met een paar jongens twee dagen per week overdag. Voor de rest hing je maar wat rond in cafés en zo. Dat leven ging op den duur vervelen. Zoals het nu gaat, kan ik het iedereen aanraden die geen full-prof is. Ik heb nu tenminste naast het voetbal nog wat anders.
“Musa Kanu woont vlak bij mij in de buurt. Die kan zelf niet rijden, dus haal ik hem altijd op. Ik heb tegen hem gezegd dat hij zijn rijbewijs moet halen, want hij zal toch ook niet eeuwig bij Hoek spelen. Maar Musa heeft zijn gezinnetje, zijn twee kinderen en vindt het wel goed zo. Het enige wat hij kan is een band verwisselen. Ik heb onderweg eens een lekke band gekregen en hij was de eerste die uit de auto sprong.” Het speelse op het veld deelt hij met de Afrikaanse dribbelaar, al is Mücher veel stabieler in zijn spel. Hij is flegmatiek, kiest altijd de voetballende oplossing bij het uitverdedigen en mag graag mee opkomen. Het maakt hem eigenlijk niet veel uit waar de trainer hem neerzet in het elftal. “Ik speel eerlijk gezegd liever centraal dan op rechts achterin. Maar veel maakt het niet uit. Het voordeel op rechts is weer dat ik aanvallender kan spelen. Waar de trainer me nodig heeft, daar speel ik. Waar ik ook heb gespeeld, ik ben altijd een ploegspeler geweest.”

Aers Energy BV