Ik ben met mijn hoofd omhoog blijven lopen'

08 februari 2008
In de Pers
In zijn eerste seizoen bij Hoek maakte Kenneth Okorley twee weken geleden voor het eerst zijn opwachting in de basis van de hoofdklasser. De negentienjarige Okorley begon als vervanger van de geblesseerde Sam Ysebaert in de punt van de aanval, kreeg tegen Sparta Nijkerk een uur speeltijd en liet een meer dan verdienstelijke indruk achter.
De jonge Zeeuws-Vlaming genoot na afloop van de complimenten van zijn medespelers en trainer. De melding op de website van de club dat hij zijn jawoord heeft gegeven voor volgend seizoen is wat voorbarig, vindt hij. "Ik heb wel een gesprek gehad met Paul Telussa", bevestigt hij. "Ik ga er ook vanuit dat ik bij Hoek blijf, want ik wil koste wat kost slagen bij Hoek. Ik wil in de toekomst een steunpilaar worden. Wat is er nou mooier om met jongens uit eigen streek in de hoofdklasse te spelen?" "Maar ik wil nóg een goed gesprek, waarin echt alles duidelijk wordt voor mij. Paul Telussa heeft me verteld dat hij het zou kunnen begrijpen als ik naar een andere club zou gaan, maar in principe heb ik voor mezelf twee jaar uitgetrokken. Dan moet ik er staan. Drie jaar achter de kar aanlopen heeft geen zin." Kenneth Okorley verhuisde elf jaar geleden van Amsterdam naar Sas van Gent. Na een kort verblijf in de jeugd van Corn Boys meldde hij zich als jeugdspeler bij Axel aan. Daar debuteerde hij als eerstejaars B-junior in de hoofdmacht. Drieënhalf jaar later klopte Hoek aan de deur. "Toen ik eraan begon wist ik natuurlijk dat het wel eens zou kunnen lopen zoals het tot nu toe is gelopen", zegt hij. "Het verschil tussen de vierde klasse en hoofdklasse is heel erg groot. Bovendien is drie keer een andere trainer voor mij niet bevorderlijk geweest. Ik ben voor de beker tegen ASWH ingevallen, maar daarna ben ik eigenlijk een hele tijd uit beeld geweest. Dat was soms een enorme teleurstelling. Elke voetballer wil spelen. Maar ik ben met mijn hoofd omhoog blijven lopen. Het tweede elftal is een leuk en goed voetballend team, met spelers met potentie. Maar de handelingssnelheid in het eerste ligt een stuk hoger." "Ik heb in het tweede elftal ook lang niet altijd op mijn positie gespeeld. Ik heb er bijvoorbeeld rechtsbuiten gespeeld. Daar raakte ik geen bal. Dat heb ik meerdere keren aangegeven." "Het is wel makkelijk als je multifunctioneel bent, maar als je op één plaats speelt geeft dat sneller vastigheid. Ik vind mezelf een speler voor in de as. Centraal op het middenveld ligt me het best. Ik ben iemand die de bal graag in de voeten krijgt en het spel voor zich wil hebben." Zijn geduld werd tegen Sparta Nijkerk beloond. Kenneth Okorley: "Er zijn in de loop van het seizoen spelers vertrokken of gestopt. Ik vond het raar om die jongens te zien vertrekken, maar heb zelf nooit overwogen om te stoppen. Björn Langeveld, Thomas Ragut en Giovanni Siereveld hebben veel met me gepraat. Ze zeiden dat ik in het tweede en op de training moest laten zien wat ik kan. Ik kan ook heel goed met Eric Rijckaert, mijn trainer bij Axel, praten." "Hij heeft steeds gezegd dat ik achter mijn keuze moest blijven staan. Of het uiteindelijk een goede keuze is geweest, moet ik afwachten. Ik had wel sneller op meer speelminuten gerekend, maar heb er absoluut geen spijt van dat ik die stap heb gezet." Het besef dat hij als voetballer is gegroeid, speelt daarin een grote rol. "Ik ben in de duels sterker geworden en mijn handelingssnelheid is een stuk omhoog gegaan", stelt hij tevreden vast. "Als je op de training tegen Imagbudu staat, dan kun je ook maar beter de bal snel spelen in plaats van ermee te gaan lopen. Ik had er al een beetje rekening mee gehouden dat ik tegen Nijkerk zou spelen, omdat Sam Ysebaert tijdens de training in Wachtebeke geblesseerd was geraakt en ik de trainingen daarna in de spits stond." "Ik mag niet zeggen dat ik blij ben met de blessure van Sam, maar heb genoten van die wedstrijd. Je speelt tegen de nummer één, er was een goede sfeer rond het veld, ik was zelf tevreden en kreeg complimenten. Ik ben alleen wel een heel andere speler. Sam is een echte goalgetter, een targetman, maar nog steeds geblesseerd. Ik ben meer een kaatsende spits, die rond een ander speelt. Het smaakt in elk geval naar meer."