Bollenclubs zitten in een dipje

13 oktober 2003
Overige
Het walhalla van het amateurvoetbal ligt in de bollenstreek, waar gerenommeerde clubs als Quick Boys, FC Lisse, Noordwijk, Katwijk en Rijnsburgse Boys al vele jaren meedraaien in de top. Het stadion van Quick Boys is het mooiste van het land en niet voor niets traint het Nederlands elftal voor een thuiswedstrijd regelmatig op het hoofdveld van Noordwijk.
Zaterdag zullen er op de kraker tussen Quick Boys en Katwijk wel weer vijfduizend mensen afkomen, maar toch gaan de bollenclubs dit jaar ook gebukt onder de economische malaise en de verminderende belangstelling van het publiek. Ruud Bröring, trainer en spraakwaterval bij FC Lisse, bekende zaterdag na de wedstrijd tegen Hoek: “Wij gaan niet meedoen voor het kampioenschap, want we zitten in een financieel dipje.” Dat heeft geleid tot een kleine uittocht van spelers, zodat er nu een vrij nieuw elftal in het veld staat. En wat er werd ingekocht, is nog niet genoeg voor de top. “Ik ben jaloers op wat Hoek aan topspelers heeft lopen”, zei Bröring, die niettemin door de 2-1 overwinning van FC Lisse stiekem in zijn vuist mocht lachen. De bollenclubs, verwend door grote toeschouwersaantallen, moeten het langzamerhand ook met wat minder doen. Katwijk tegen Achilles Veen trok vorige week 275 kijkers, Ter Leede (de koploper) tegen ASWH driehonderd en zaterdagmiddag stonden er amper vijfhonderd toeschouwers bij Lisse tegen Hoek, van wie er nog een kleine honderd vanuit Hoek waren meegereisd. “Het publiek haakt af”, was de conclusie zaterdag in Lisse, waar al lang niet meer zoveel reclameborden staan als in andere gloriejaren. Maar wat zijn de oorzaken? Jankees Faas, voorzitter van de supportersclub, weet er wel een oplossing voor. “Het wordt tijd dat we de boel uit elkaar trekken”, stelt hij voor. “Wij hebben geen zin meer in die verre uitwedstrijden en zijn uitgekeken op de Rotterdamse clubs.” De bollenjongens willen liever worden ingedeeld bij de clubs van de Veluwe. Bij Dovo, GVVV en Bennekom, om er maar eens wat te noemen. “Want als we met de supportersbus naar Hoek moeten, wil er niemand meer mee.” Nog een oorzaak: de onherkenbaarheid van het elftal. Veel te veel spelers komen van buitenaf, dat schept geen band meer met de supporters. Je zou het aan de FC Lisse trouwens nog niet zeggen, dat de club in zwaar weer is beland. Ben Huitema, de voorzitter, is een bijzonder aimabele en gastvrije man, die na de wedstrijd de pupil van de week hartelijk toespreekt, een tas met cadeau’s overhandigt en de tegenpartij altijd als eerste uitnodigt voor een uitgebreid buffet. Hoek maakte er gretig gebruik van, alleen aan Johan Ballegeer was het niet besteed. De trainer bedankte vriendelijk voor het aanbod en verdween snel uit het bestuurshome. “Ik heb na zo’n wedstrijd geen honger.”