Bij HSV Hoek zijn ze niet vies van een stuntje
03 november 2010
Hoek 1
De start van de twee topklassen smaakt de voetballiefhebbers tot nu toe prima. De doelpunten vallen als rijpe appelen, aan verrassingen is geen gebrek en de toeschouwersaantallen vallen bij de meeste clubs niet tegen. Tussen alle grote ‘amateurclubs’ probeert ook HSV Hoek zich staande te houden. Op bezoek in een klein Zeeuws dorpje, waar ze het liefst groot denken.
Een bezoek aan de Zeeuwse voetbalclub Hoek voert je door typisch Hollands polderlandschap. Links en rechts strekken de velden zich uit, het beeld wordt slechts onderbroken door boerderijen en een enkel bedrijf. Het sportcomplex – Sportpark Denoek – is sinds enige tijd alleen nog te bereiken via de ‘voorkant’ van het dorp, dat maar iets meer dan drieduizend inwoners telt en op acht kilometer van de grens met België ligt. Het complex telt slechts twee trainings- en twee wedstrijdvelden en steekt enigszins af bij de gelikte accommodaties van tegenstanders als IJsselmeervogels, Spakenburg en Rijnsburgse Boys. Aan sponsors hebben ze geen gebrek in Hoek, maar de beleidsbepalers willen die zo snel mogelijk op een topklassewaardig onderkomen kunnen ontvangen. De plannen liggen al klaar, maar het is wachten op de medewerking van gemeente en provincie.
’We willen het liefst volgend seizoen al een nieuwe accommodatie betrekken,’ vertelt Benny Langeraert. ’Maar makkelijk is dat niet.’ Hoek heeft volgens de voorzitter al jaren een voortrekkersrol in Zeeland. ‘Met onze nieuwe accommodatie willen we ook de ons omringende clubs tegemoet komen. Als het in de winter vriest en we dus niet op de velden kunnen, moeten we altijd uitwijken naar een kunstgrasveld in Wachtebeke, net over de grens. Want een fatsoenlijk kunstgrasveld heb je nu niet in Zeeuws-Vlaanderen. Op ons nieuwe sportpark willen we twee kunstgrasvelden neerleggen. Tijdens de wintermaanden kunnen teams van andere clubs daar dan ook gebruik van maken.’
Langeraert is naast voorzitter ook sponsor van HSV Hoek en woont op een steenworp afstand van het hoofdveld. Zijn club telt rond de 330 leden en is ook in dat opzicht een kleine speler in de Topklasse. Toch slaagt Hoek er al jaren in zich in de top van het amateurvoetbal te handhaven. Eerst in de hoofdklasse, en sinds dit seizoen maakt de club deel uit van het selecte gezelschap dat zich topklasser mag noemen. Van de eigen jeugd moet Hoek het niet hebben. De technische commissie heeft een groot netwerk opgebouwd en heeft twee scouts in Nederland en vier in België rondlopen.
Dat HSV Hoek vaak met Belgische spelers op de proppen komt, is gezien de afstand tot de zuiderburen niet zo vreemd. Een voetballer uit Antwerpen of Gent moet minder kilometers afleggen dan een speler uit, pak ‘m beet, Breda of Zuid-Holland. De ligging levert de club nog meer voordelen op. Voetballers die tijdens het seizoen om welke reden dan ook willen vertrekken bij hun Belgische club, kunnen vaak alleen nog een ‘internationale transfer’ maken. De link met Hoek, als hoogst spelende Zeeuwse club, is dan vaak snel gelegd.
Van de huidige selectie woont de helft (elf spelers) in België. Michael Koné, de Ivoriaanse linksback, heeft zijn opleiding bij Anderlecht gehad. Jos van Nieuwstadt is gepokt en gemazeld in het betaald voetbal, net als doelman Jörg van Nieuwenhuijzen. Hoek probeert daarnaast de beste Zeeuwse voetballers aan zich te binden en krijgt soms onverwacht een goede speler in de schoot geworpen. Nick de Jong is daar het meest recente voorbeeld van. De voormalig jeugdspeler van AZ kreeg na twee seizoenen geen nieuw contract bij FC Utrecht, waar hij onder Willem van Hanegem tegen FC Twente met een doelpunt debuteerde.
De snelle aanvaller wilde graag dichter bij zijn Zeeuwse vriendin wonen en koos daarom voor een verhuizing. Hij nam zelf contact op met HSV Hoek, liet tijdens de voorbereiding zien een aanwinst te zijn en scoorde twee keer in het met 1-2 gewonnen uitduel met Capelle. ‘Het was wel even wennen hoor,’ bekent De Jong. ‘Door de verhuizing kwam ik bij een voor mij onbekende club terecht, in een nieuwe omgeving. Ik merkte dat de spelers ook aan mij moesten wennen. Maar we raken steeds beter op elkaar ingespeeld en ik heb het hier wel naar m’n zin. Hoek is een mooi cluppie.’
De Jong heeft veel ploeggenoten die met een Vlaamse tongval spreken. Zijn trainer is ook een Belg. Gaby Demanet (52) stapte tijdens de voorbereiding op het seizoen 2008-2009 binnen bij Hoek, als vervanger van de door een hersenbloeding getroffen hoofdtrainer Paul Telussa. Demanet leidde de Zeeuwen naar de tweede plek maar moest, volgens afspraak, plaatsmaken voor de weer herstelde Telussa. Toen die, vier duels voor het einde, de grip op de selectie had verloren, werd hij ontslagen. Demanet keerde ruim tien maanden na zijn vertrek weer terug, kreeg de opdracht om Hoek bij de eerste vier te laten eindigen en ging op de voorlaatste speeldag op de schouders.
De promotie naar de Topklasse werd uitbundig gevierd en de Belg mocht dit seizoen wél vanaf dag één met zíjn selectie aan de slag. Hoog van de toren blazen wil hij niet. ‘Na een paar weken in de Topklasse weten we nu wat we kunnen verwachten,’ zegt Demanet. ‘Ons doel is handhaving, want dit is een zware competitie. We hebben een prima selectie, maar ik heb in de eerste weken van het seizoen nog wel lopen puzzelen over de opstelling. Van Barendrecht verloren we knullig. Maar daarna wonnen we uit van Capelle en hielden we Spakenburg op een gelijkspel. We moeten dus wel kunnen meedraaien in de topklasse, maar niet om de bovenste plaatsen.’
Een rustige, gemoedelijke club is Hoek de afgelopen decennia niet geweest. Het sportpark heeft veel weg gehad van een kerkhof voor trainers, die vroegtijdig zijn gesneuveld, vaak vanwege de aanhoudende kritiek van invloedrijke sponsors. Want Hoek mag dan een kleine club zijn; er worden wel prestaties verwacht. Van een Calimerogevoel heeft ook niemand last.
Dat wordt tijdens de thuiswedstrijd tegen Spakenburg, op de eerste zaterdag van september, nog maar eens gedemonstreerd. Hoek speelt tegen de ‘grootmacht’ uit Bunschoten-Spakenburg een goede eerste helft, tot genoegen van één van de geldschieters. ‘Jullie mogen dan wel negen punten hebben, maar jullie hebben alleen nog maar tegen kneusjes gespeeld. Dit is het echte werk,’ roept hij vlak voor rust vanaf zijn vaste plek op de tribune naar de spelers van de opponent.
Een paar weken eerder is vlak voor die tribune een zwarte helikopter geland, ter hoogte van de middenstip. Gert-Jan de Boer, lid van de technische commissie, stapt uit en overhandigt vervolgens het eerste exemplaar van de presentatiegids. Het is duidelijk: in Hoek houden ze wel van een stuntje. Zo zijn de plannen om dit seizoen met enkele bestuursleden en sponsors per helikopter naar de uitwedstrijd tegen HHC in Hardenberg te vliegen al in de maak.
Het is weer eens wat anders dan uren in auto of bus, want dat is waar ze aan gewend zijn in het uiterste hoekje van Nederland. De selectie zal voor de vijftien uitwedstrijden van dit seizoen in totaal een kleine zevenduizend kilometer moeten afleggen. Voor de uitbeurt in Harkema, dat op 340 kilometer van Hoek ligt, zullen de spelers van Hoek al op vrijdag vertrekken en in Friesland overnachten. Amateurvoetbal kun je het dus nauwelijks nog noemen en dat vinden ze in Hoek prima. Meedoen met de grote jongens, daar gaat het om en dan moet je je daar ook naar gedragen, is de gedachte.
Want het avontuur van Hoek in de topklasse moet langer dan één seizoen duren. De club zit in de lift, met een nog steeds groeiende groep sponsors. De beleidsbepalers proberen alle randvoorwaarden te creëren waardoor op het veld gepresteerd kan worden. ‘Als we aan het eind van dit seizoen boven de streep eindigen hebben we het goed gedaan,’ weet Gert-Jan de Boer. ‘Dan is ook iedereen tevreden bij Hoek. Op dit moment missen we bijvoorbeeld een sterke spits. Die zijn moeilijk te vinden in deze regio. Spakenburg heeft met Ruben Wilson, Thijs Houwing, Sebastiaan Steur en Hans van der Haar vier oud-profs die voorin kunnen spelen. Dat is toch even andere koek.’
Toch is de kans aanwezig dat die ene, sterke spits in de winterstop ineens uit België wordt gehaald. Het is de afgelopen jaren vaker gebeurd en zal de komende jaren ook gewoon gebeuren in Hoek. De Boer: ‘We kijken hoe de selectie het dit seizoen doet. En als we dan volgend seizoen nog steeds topklasser zijn, kunnen we gaan doorselecteren.’ Voorzitter Langeraert: ‘Hoek heeft door de jaren heen in de hoofdklasse en nu in de topklasse landelijke bekendheid gekregen. Veel sponsors onderkennen dat en hebben zich bij ons aangesloten. We hopen dat de gemeente en provincie dat ook inzien. Dan kunnen we onze tegenstander hopelijk volgend seizoen op een prachtig nieuw complex ontvangen. In de topklasse.’
Hoofdsponsors

Frits Bakker - Woord en Beeld