Amateurvoetballers willen niet naar de eerste divisie

26 november 2005
Overige
Voetbalclubs uit de hoogste amateurklassen willen niet promoveren naar de eerste divisie. Welgeteld één amateurclub, het Amsterdamse Türkiyemspor, zegt openlijk de stap te willen maken. Eén andere club, Bennekom, onderzoekt of de overstap ooit haalbaar is.
WKE uit Emmen, Harkemase Boys, De Treffers uit Groesbeek, Baronie uit Breda en Haaglandia uit Rijswijk willen onder het motto ’zeg nooit nooit’ de mogelijkheid voor de toekomst openhouden. Dit blijkt uit een rondgang in de hoogste regionen van het amateurvoetbal. In Nederland bestaat grote scepsis over de plannen van de clubs uit de eerste divisie en het bestuur amateurvoetbal van de KNVB. Van de 84 clubs in de zes hoofdklassen geeft bijna negentig procent te kennen dat zo’n kans op promotie er wat hen betreft niet hoeft te komen. Acht verenigingen die wel voor zijn, laten weten zo’n stap zelf niet te willen maken en dus geen verplichte promotie van de amateurkampioen te willen. Vooral de kosten van spelerssalarissen, het aanpassen van de accommodatie en zelfs de langere reizen maken dat de clubs tegen zijn. Wel zijn de meeste clubs voor de vorming van een topklasse boven de huidige hoofdklassen, een ander onderdeel van de KNVB-plannen. „We willen zo hoog mogelijk spelen“, luidt de meest voorkomende stelling. Opvallend is wel dat veel clubs pleiten voor twee of zelfs drie regionale topklassen, zodat de reizen overzichtelijk blijven en enkele lucratieve, door veel toeschouwers bezochte streekderby’s blijven bestaan. Om die reden bestaat er in de bollenstreek rond Leiden, het walhalla van de streekderby, weinig sympathie voor de plannen. Met een topklasse moet het verschil tussen zaterdag en zondag verdwijnen, vinden veel clubs. Zondagclubs blijken bereid op zaterdag te spelen, desnoods ’s avonds. In januari moeten de amateurclubs zich over de plannen uitspreken. GPD