De spits moet deze ban doorbreken. Hij weet dat zelf als geen ander. Hij gaat zoeken, hij gaat werken, hij gaat denken, hij gaat oefenen.  Geforceerdheid ligt op de loer en kan overgaan tot een totale verkramping. Zijn mentale zelfbewustzijn is aangetast. Alle hersenspinsels die fungeren als remmende ballast moet tie ogenblikkelijk overboord kieperen. De latent aanwezige goalgetter moet lak hebben aan iedereen met het sparen van zijn energie voor die ene beslissenende aktie.  

Spitsen heb je in allerlei soorten en maten. Een aanspeelpunt  (kaatser) waar je altijd een bal aan kwijt kan of een snelle counterspits die op de brommer de ruimte incountert of de onzichtbare spits die op dat ene moment loert.  In het verleden hadden we Sam IJsebaert, Ronald van Sliedrecht en Rieno van Oost. Nu beschikken we over Pattigoal (ik durf het nauwelijks op te schrijven) en de spits met de mooiste naam van de Benelux Guillaume Clinckemaillie. Ik mag hopen dat ze het orgastische genoegen van het maken van doelpunten weer mogen beleven. Het liefst al tegen Argon.

Dit is een korte, krachtige en doeltreffende kopstoot. Een mooie vergelijking met het maken van een doelpunt.